woensdag 20 juli 2011

J.A. Dèr Mouw -- 'K hoor ruischen ons moeras

= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =



* dbnl
* wikipedia
* bloemlezing








’K hoor ruischen ons moeras - zoo noemden wij ’t,
Mijn vriend en ik - vol angstigrits’lend riet,
Met, soms, een zichtbaar wieg'lende karkiet;
Er om eerst bosch, dan heiden, vlak en wijd.

Wij stookten vuurtjes, veilig: niemand ziet
De blauwe rook. Over ons, dreigend, glijdt
Kraaiengeroep, vreemd, wild, door de eenzaamheid. -
Leeft hij nog? - ’K ruik de hars - Ik hoop van niet.

Ik heb hem vaak beleedigd en gegriefd;
Want ’k hield van hem. Neen, ’k was op hem verliefd.
Neen, meer - mijn ideaal van goed en waar.

Nu ben ik oud. In Brahman is vergaan
Mijn wereld, en ikzelf, grijze brahmaan -
Hij had blauwe oogen en mooi donker haar.


J. A. Dèr Mouw (1862-1919)





= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere dag een gedicht per mail.
Aan- en afmelden: http://lists.freeteam.nl/mailman/listinfo/coster-l

Geen opmerkingen:

Een reactie posten